Betovergrootvader Petrus Boggia
Kijk maar naar de foto hier links, Petrus is een 'gezeten' burger. Hij heeft het goed voor elkaar. Het is dan ook logisch dat er veel over hem te vinden is in notariële akten tot en met de in de krant. Bijna 20 jaar lang is hij én bureaulist én conciërge én kastelein van de Stadsschouwburg in Amsterdam. En toch zit er wat onduidelijkheid om hem heen. Want naast dat werk in de Stadschouwburg doet hij nog heel veel andere klussen. Het is niet onwaarschijnlijk dat niet Petrus dat werk in de Stadsschouwburg doet maar vooral zijn vrouw, Anna Otterbeek. En zij werkt daar dan 27 jaar.
Een boeiende verhaal van Petrus én Anna dus!
Het verhaal van mejufvrouw Boggia en Multatuli
De vrouw van Petrus Boggia, Anna Otterbeek, staat nog jaren na het overlijden van haar man bekend als "Mejufvrouw Boggia". Zij neemt de kaartjesverkoop van de Stads Schouwburg in Amsterdam van haar man over. En dan ontmoet zij Eduard Douwes Dekker (Multatuli) en die schrijft over hun ontmoeting.
Het is 28 februari 1865 en Dekker moet nog kaartjes zien te krijgen voor de schouwburg morgen, om samen met zijn vrouw en kinderen te gaan kijken naar de eerste opvoering van zijn toneelstuk ‘Bruid daarboven’. Hij is naar de schouwburg geweest en heeft met moeite na het noemen van zijn naam de belofte van Mej. Boggia verkregen dat zij hem de benodigde kaartjes zal bezorgen. Zijn gesprek met genoemde dame moet curieus geweest zijn. De goede vrouw vertelde hem onder anderen dat zij zoveel reeds over hem had horen spreken, maar zelden in zijn voordeel. En zij vroeg hem of het waar was wat men van hem zei, namelijk dat hij niet aan God geloofde. Als dat zo was beklaagde zij hem bitter, want dan moest hij wel diep ongelukkig zijn. Hij stelde haar gerust, of trachtte dit tenminste, door de verzekering dat hij zich door het gemis van haar god volstrekt niet ongelukkig gevoelde. Enz …..